?   
 
 

ROEIVERENIGING RIJNLAND

 
 

ROEIVERENIGING
RIJNLAND

 

 
 
 
 

Veiligheid

Veiligheid

 

  Vaarverbod

  1. Duisternis, 30 min na zon   tot 30 min voor zon
  2. Windkracht
    • Vanaf 7 Bft 
    • Vanaf 6 Bft op de Vlietlandplas
    • Vanaf 5 Bft op de Vlietlandplas voor gladde boten
  3. Vorst, d.w.z. bij een buitentemperatuur < 0º .
  4. IJsgang.
  5. Onweer: water verlaten.
  6. Slecht zicht: minder dan 500m.
  7. In de gevallen dat de commissarissen materieel en veiligheid het om een andere reden
    niet verantwoord achten dat er gevaren wordt.

Vaarverbod

Vaarverbod

  1. Bij duisternis, 30 min na zonsondergang tot 30 min voor zonsopgang.
  2. Bij een windkracht van
    • 7 Bft en hoger.
    • 6 Bft en hoger: op de Vlietlandplas.
    • 5 Bft en hoger: op de Vlietlandplas voor gladde boten.
  3. Bij vorst, dus als de buitentemperatuur < 0º.
  4. Bij ijsgang.
  5. Bij onweer: het water verlaten.
  6. Bij slecht zicht. Als het zicht minder dan 500 m is.
  7. In de gevallen dat de commissarissen materieel en veiligheid het om een andere reden niet verantwoord achten dat er gevaren wordt.
 
 

Bij een vaarverbod gaan er geen roeiboten het water op.

Niet alle weersomstandigheden laten zich in regels vangen. De roeiers zijn zelf verantwoordelijk voor de beslissing uit te varen! Elke roeier dient dus vast te stellen of de criteria van een vaarverbod van toepassing zijn. Ook als het stoplicht geen 'vaarverbod' aangeeft. Negeert een roeier de omstandigheden, dan is hij of zij in overtreding.

 

Incidentmelding

Het melden van incidenten is belangrijk om met de provincie en de omliggende roeiverenigingen actie te kunnen ondernemen. Maar ook incidenten waar wij zelf van kunnen leren, acties op kunnen nemen of aandacht voor kunnen vragen zijn belangrijk. Een ongelukje zit immers in een klein hoekje. Soms levert dat schade aan een boot op, maar de fysieke schade of de schrik is eigenlijk nog belangrijker om daar aandacht voor te hebben (www.rvrijnland.nl/incidentmelding).

De incidentmelding komt terecht bij de commissaris Opleiding en Veiligheid, met een kopie naar je eigen email. Tevens is de verslaglegging een onderbouwing voor onze verzekering indien daar een beroep op gedaan moet worden. Het bestuur meldt het voorval, indien nodig, bij de KNRB en de provincie Zuid-Holland. Je melding wordt geanonimiseerd op naam van de vereniging doorgezonden zodat je privacy gewaarborgd blijft.
Vergeet niet de materiële schade te melden in My-fleet.

 

klik  voor meer

  Stoplicht uitgelegd
stoplicht-groen

 

Als het verkeerslicht op groen staat, pas dan zelf de richtlijnen van een vaarverbod toe om te bepalen of je het water op kunt gaan. Er kunnen zich omstandigheden voordoen die niet met het stoplicht worden getoond zoals windstoten, ijsgang en onweer.

stoplicht-oranje

Ook als het verkeerslicht op oranje staat, pas dan zelf de richtlijnen van een vaarverbod toe. In de volgende gevallen staat het verkeerslicht op oranje:

  • temperatuur beneden de 0 graden: LET OP: Is de weersverwachting dat de temperatuur snel oploopt boven nul, dan mag je uit. Is de verwachting dat de temperatuur onder nul blijft dan is er een vaarverbod.
  • gevoelstemperatuur beneden de 0 graden: LET OP: KOUD (gev.temp lager dan -2 graden).
  • vanaf windkracht 6: LET OP: Wind 6 bft (VAARVEBOD Vlietlandplas).
  • vanaf windkracht 5: LET OP: Wind 5 bft (VAARVERBOD Vlietlandplas voor gladde boten.
  • zicht minder dan 500 meter: LET OP: Kun je de werf ‘Mulder' goed zien dan mag je uit. Kun je werf Mulder niet of niet goed zien dan is er een vaarverbod.
  • tot 15 min voor en 15 min na : LET OP: duisternis.

Hoewel je altijd de situatie ter plaatse moet controleren of het verantwoord is om uit te gaan geeft het oranje stoplicht een extra signaal af om na te denken en de situatie op Rijnland met elkaar te bespreken alvorens gezamenlijk te bepalen of uitgaan kan of dat er een vaarverbod van kracht is en daarmee ook voorkomen dat de helft uit gaat en de andere helft aan de kant blijft.

    stoplicht-rood

    Het verkeerslicht staat automatisch op rood:

    • temperatuur beneden de -2 graden: VAARVERBOD (vorst).
    • vanaf windkracht 7 Bft: VAARVERBOD (wind vanaf 7 bft).
    • zicht minder dan 400 meter: VAARVERBOD (zicht).
    • tot 30 min voor en 30 min na : VAARVERBOD (duisternis).

    Het bestuur kan een vaarverbod afkondigen. De commissaris materieel kan het stoplicht handmatig instellen.

    Toelichting

    • Het stoplicht gebruikt metingen van het KNMI-weerstation dat op 2 km afstand ten westen van onze roeivereniging is gelegen (temperatuur op 2m hoogte). Onze vaarverbod regels voor wind, temperatuur en zicht, samen met de gegevens van het weerstation, bepalen de stand van het stoplicht. Bij groen mag er geroeid worden, bij oranje is er onder sommige omstandigheden en voor bepaalde boten een vaarverbod en bij rood is er een algeheel vaarverbod. Door met de muis over het stoplicht te bewegen worden de details getoond die de kleur van het stoplicht en dus ook een vaarverbod bepalen.
    • De KNMI meteo-gegevens zijn afkomstig van Buienradar. De zon op/onder informatie is gebaseerd op locatie De Bilt. De informatie wordt iedere 20 minuten ververst. 
    • De gevoelstemperatuur wordt berekend aan de hand van temperatuur en windsnelheid volgens de JAG/TI methode: GJ = 13,12 + 0,6215 * T - 11,37 * (W * 3,6)0,16 + 0,3965 * T * (W * 3,6) 0,16 met temperatuur T in °C op 1,50 meter hoogte en windsnelheid W in m/s op 10 meter hoogte.
    • Het bestuur kan het stoplicht handmatig instellen.
     
      Rijnland regels
    • Het is verboden om door de Jan Bakkerslootbrug te varen (veiligheid), om de Molensloot in te varen (schademeldingen) en/of de jachthaven verder in te varen dan de roeibak (schademeldingen).
    • Skiffs blijven op de Vlietlandplas dicht langs de oever en steken de plas niet over.
    • Instructeurs zijn verantwoordelijk voor de veiligheid van hun leerlingen en de boot.
    • Jeugd t/m 14 jaar vaart altijd onder begeleiding van een instructeur.
     
      Veilig varen
    1. Zorg dat je gezien wordt
      Skiffeurs, boegroeiers en stuurlieden op het water zijn verplicht (gele) fluorescente kleding te dragen. Tijdens een wedstrijd wordt het wedstrijd tenue gedragen.
    2. Kijk vaak achterom
      Kijk niet alleen vaak, maar ook goed. Zorg dat je overzicht hebt.
    3. Houd stuurboord wal
      Houd altijd stuurboord, ook onder (smalle) bruggen.
    4. Vaar een duidelijke koers en snelheid
      Zorg dat andere schepen duidelijk zien dat je laat lopen of weer oppakt.
    5. Houd rekening met de dode hoek van binnenvaartschepen
      Soms ben je honderden meters vóór een schip slecht zichtbaar: Tip: zie je de stuurhut, dan kan de schipper jou ook zien.
    6. Stop op een veilige plek
      Zorg als je stopt dat je aan de kant ligt en stop niet in een bocht of vlak bij een brug.
    7. Laat schepen gemakkelijk passeren
      Gaat een schip harder dan jij, zorg dan dat hij snel op een overzichtelijke plaats kan inhalen.
    8. Let op de bruglichten
      Gaat de gele lamp boven een bruggat uit volg dan de zijlichten.
    9. Roei niet bij slecht zicht
      Roei niet in de schemering of
      het donker en niet bij mist.
    10. Mijd het schroefwater van binnenvaartschepen
      Een manoeuvrerend schip kan zomaar gas geven en je meters opzij duwen.


    Basisvaarregels

    • Toon goed zeemanschap
      Doe alles om gevaarlijke situaties te voorkomen, ook als je voorrang hebt.
    • Klein wijkt voor groot
      Kleine schepen wijken voor grote schepen. Recreatievaart wijkt voor beroepsvaart. Kleine motorboten wijken voor zeil- en roeiboten.
    • Houd stuurboord wal
      Schepen die geen eigen wal houden, moeten voor je wijken, zelfs beroepsvaart. 
    • Vertrek
      Let voor je vertrekt goed op of je de vaarweg op kan varen. Hou in de gaten dat als een binnenvaartschip vertrekt, het ruimte mag vragen aan roeiers en ander scheepvaartverkeer.
    • Verkeer op een hoofdvaarwater gaatvoor verkeer op een nevenvaarwater
      Maar voorrang moet je krijgen!
     
      500m zicht vanaf het vlot

    Jachtwerf Mulder: 400 m
    Blauwe brug: 210 m

    veiligheid-mist

     
      Skiffen in de winter
    • Reddingsvest verplicht.
    • Nooit alleen de vlietlandplas op.
    • Niet skiffen als je onervaren bent.
    • Géén skiffinstructie voor beginners van 1 nov tot 1 apr.
    • Jeugd niet skiffen bij  Watertemperatuur ≤ 12º.
    • Coaches zorgen voor hulplijn en isolatiedeken.
     
      Watertemperatuur

    Water met een temperatuur beneden de 15 °C wordt als gevaarlijk beschouwd. Ons roeiwater is voor het grootste deel van het jaar lager dan 10 °C. Als je in koud water terecht komt krijg je met de volgende levensbedreigende momenten te maken:

    1. Koude schok met een hap naar adem gevolgd door snelle ademhaling en verhoogde hartslag. Dit duurt 1-2 minuten.
    2. Koude onbekwaamheid (niet meer kunnen zwemmen of dingen vasthouden) doordat de spieren snel afkoelen. Te verwachten na 5 tot 15 minuten.
    3. Onderkoeling (lichaamstemperatuur < 35 °C). Te verwachten na een half uur.
    4. Bezwijken vóór, tijdens of na de redding.

    Deze 1–10–1 regel kan je leven redden. Bij onderdompeling in koud water heb je:

    • “1 minuut” om je ademhaling onder controle te krijgen
    • “10 minuten” om zinvol en doelgericht te bewegen
    • “1 uur” voordat bewusteloosheid optreedt door onderkoeling.

     Lees meer...

     
      Windkracht volgens Beaufort

    De windkracht volgens Beaufort wordt bepaald uit het gemiddelde van de windsnelheid over 10 minuten. 

    kracht benaming km/u * m/sec * uitwerking boven land en bij mens
    0 stil 0-1 0-0,2 rook stijgt recht of bijna recht omhoog
    1 zwak 1-5 0,3-1,5 windrichting goed af te leiden uit rookpluimen
    2 zwak 6-11 1,6-3,3 wind merkbaar in gezicht
    3 matig 12-19 3,4-5,4 stof waait op
    4 matig 20-28 5,5-7,9 haar in de war, kleding flappert
    5 vrij krachtig 29-38 8,0-10,7 opwaaiend stof hinderlijk voor de ogen, gekuifde golven op meren en kanalen en vuilcontainers waaien om
    6 krachtig 39-49 10,8-13,8 paraplu's met moeite vast te houden
    7 hard 50-61 13,9-17,1 lastig tegen de wind in te lopen of fietsen
    8 stormachtig 62-74 17,2-20,7 voortbewegen zeer moeilijk
    9 storm 75-88 20,8-24,4 schoorsteenkappen en dakpannen waaien weg, kinderen waaien om
    10 zware storm 89-102 24,5-28,4 grote schade aan gebouwen, volwassenen waaien om
    11 zeer zware storm 103-117 28,5-32,6 enorme schade aan bossen
    12 orkaan >117 >32,6 verwoestingen

    * gemiddelde windsnelheid gedurende 10 minuten

    We spreken van storm als de gemiddelde windsnelheid minstens 1 uur gelijk is aan windkracht 9. Bij (zware) storm geeft het KNMI-waarschuwingen uit.

    Windstoten
    De wind waait vrijwel nooit met een constante snelheid of uit dezelfde richting. Bereikt een windvlaag een snelheid van minstens 50 km/u, dan is er sprake van een windstoot. Windstoten kunnen het hele jaar voorkomen. ’s Winters komen ze zeker voor bij stormachtig weer en
    storm. Het hele jaar door komen windstoten vooral voor tijdens (onweers)buien en in de buurt van buien.

    • > 50 km/u (>13,9 m/s): windstoot
    • > 75 km/u (>20,8 m/s): zware windstoot
    • > 100 km/u (>27,8 m/s): zeer zware windstoot

    (Zeer) zware windstoten kunnen roeiers ernstig in de problemen brengen. 

     
      Regels voor de bruglichten

    Het gele licht bij een brug is bepalend. Zolang het brandt mag je onder de brug doorvaren zodra dat kan om snellere doorstroming te krijgen voor het vaar- en wegverkeer. Als het gele licht uit is of als de lamp ontbreekt gelden de zijlichten.

     

    bruglichten-2

     

     
      Rondvaartboten

    bpr-passagiersschipIeder schip (ongeacht lengte) dat méér dan 12 personen mag vervoeren is voor de wet een passagiersschip. Een passagierschip is voor de wet een groot schip. Een roeiboot is een klein schip en verleent (in vrijwel alle gevallen) voorrang aan een groot schip.
    Een passagierschip kleiner dan 20m moet overdag een gele ruit voeren, op een zodanige hoogte dat deze van alle zijden zichtbaar is. 

     

     

    Bij de rondvaarboten door Leiden ziet dat er zo uit, deze verleen je dus voorrang:  

    rondvaart-6 rondvaart-5 rondvaart-4
    rondvaart-3 rondvaart-2 rondvaart-1
     
      ICE (In Case of Emergrncy)

    ice-logoErvaring leert dat het belangrijk is dat we snel de naasten van onze leden kunnen bereiken, mocht hen iets overkomen tijdens het roeien. Ieder lid kan in zijn ledenaccount een ICE-nummer opgeven. Het is bedoeld als dienstverlening, niet als last. Het snel bereiken van een naaste kan nuttig en zelfs levensreddend zijn wanneer het erom gaat om medicijngebruik en medische historie snel beschikbaar te hebben voor eventuele behandelaars. Je bepaalt zelf of je een nummer invult en van wie je het nummer invult. 

    We vragen je wel om degene die je invult te informeren over het feit dat hij/zij (overigens zonder naam of adresgegevens maar wel met telefoonnummer) als jouw ICE op onze website staat. Geef ook aan dat deze lijst alleen voor leden toegankelijk is. 

    Je bent er zelf verantwoordelijk voor om deze gegevens up-to-date te houden en wijzigingen zelf door te voeren in jouw ledenaccount.

    Hoe ga je te werk:

    1. Log in
    2. Klik op het dropdown menu bij je naam (rechtsboven) en ga naar ‘Mijn gegevens
    3. Bij 'Overige' vindt je 2 ICE-velden. Klik op 'wijzigen'.

    Ben je op zoek naar een ICE-nummer van een ploeggenoot? Ga naar de website, log in en ga naar de knop ‘Leden’ in de gele balk. Kies voor ICE en zoek daar op naam van je ploeggenoot.  

     
     

    Veilig roeien: de regels op het water | Provincie Zuid-Holland



    Wil je meer weten?

    Commissaris opleiding en veiligheid: vnosirassimmoc.[antispam].@rvrijnland.nl

     
     
     
    rvr-logo-geel-500

    Contact

    Recreatiegebied Vlietland
    Oostvlietweg 63
    2266 GN  LEIDSCHENDAM
    071-5610314
    siraterces.[antispam].@rvrijnland.nl

     

    Nieuwsbrief

    Meld je hier aan voor de tweewekelijkse nieuwsbrief. Afmelden kan via de link in de nieuwsbrief. 

     
     
     
     

    © 2023 RV Rijnland

     
     

    Laatst bijgewerkt op 26 april 2023