Vaarverbod

In de volgende gevallen geldt een algeheel vaarverbod:

1. Bij duisternis.
   Vanaf 15 minuten na zonsondergang tot 15 minuten voor zonsopgang. 
2. Bij een windkracht vanaf 7 Beaufort.
3. Bij een windkracht vanaf 6 Beaufort op de Vlietplandplas.
4. Bij een windkracht vanaf 5 Beaufort op de Vlietplandplas voor gladde boten.
5. Bij vorst, dat wil zeggen als de buitentemperatuur < 0 graden Celsius is. Tussen de -2° en de 0° geldt een uitzondering van het vaarverbod als het te verwachten is dat de temperatuur binnen een uur gaat oplopen tot 0°. 
6. Bij ijsgang.
7. Bij onweer: het water zo spoedig mogelijk verlaten.
8. Bij slecht zicht: als het zicht minder dan 500 m is. Je mag dus alleen varen als je vanaf het vlot de werf Mulder goed kunt zien.
9. In de gevallen dat de commissarissen materieel en veiligheid het om een andere reden niet verantwoord achten dat er gevaren wordt.

Bij een vaarverbod gaan er geen roeiboten het water op

Niet alle weersomstandigheden laten zich in regels vangen. De roeiers zijn zelf verantwoordelijk voor de beslissing uit te varen! Elke roeier dient dus vast te stellen of de criteria van een vaarverbod van toepassing zijn. Ook als het stoplicht geen 'vaarverbod' aangeeft. Negeert een roeier de omstandigheden, dan is hij of zij in overtreding.

Stoplicht

Toelichting

1. Het stoplicht gebruikt actuele waarnemingen van het KNMI-weerstation Voorschoten (2,4 km ten westen van RV Rijnland). De vaarverbod regels voor wind, temperatuur en zicht, samen met deze metingen, bepalen de kleur van het stoplicht. Bij groen mag er geroeid worden, bij oranje kán er een vaarverbod gelden en bij rood geldt een algeheel vaarverbod. Door met de muis over het stoplicht te bewegen worden de details getoond die de kleur van het stoplicht en dus ook een vaarverbod bepalen.
2. Wij ontvangen de KNMI metingen via Buienradar. De zon op/onder informatie is gebaseerd op locatie De Bilt. De informatie op de website wordt iedere 20 minuten bijgewerkt. 
3. Het stoplicht gebruikt de gemeten temperatuur op waarnemingshoogte (1,5m).
4. De gevoelstemperatuur wordt berekend aan de hand van temperatuur en windsnelheid volgens de JAG/TI methode: GJ = 13,12 + 0,6215 * T - 11,37 * (W * 3,6)0,16 + 0,3965 * T * (W * 3,6) 0,16 met temperatuur T in °C op 1,50 meter hoogte en windsnelheid W in m/s op 10 meter hoogte.