ROEIVERENIGING RIJNLAND
Dat had ik zes jaar geleden niet kunnen bevroeden, dat ik ooit nog eens in een gladde vier terecht zou komen, nota bene als stuurman. Tot die tijd had ik nooit geroeid, afgezien van in een pieremachochel op een vijver. Maar ja, toen kreeg ik een nieuwe verkering, en die woonde zo ongeveer in een wedstrijdboot. En thuis hingen haar medailles, blikken moet ik nu zeggen, in bossen aan de muur. Het was onvermijdelijk dat ik ook in een boot terecht zou komen. De deal was: zij wilde beter leren schaatsen (daar kon ik voor zorgen), en zij zou mij een echte boot ‘laten proeven'. Wat volgde was instructie, examens (twee keer gezakt!) en uiteindelijk de voorzichtige vraag: “zou jij onze ploeg willen sturen?” Zeg daar maar eens nee op!
Doel van de ploeg was uiteraard deelnemen aan wedstrijden, te beginnen met de Heineken Roeivierkamp. Maar het was helemaal niet mijn bedoeling dat ik zou sturen (eigenlijk 20 kg te zwaar); dat zag ik helemaal niet zitten. Dat gedoe van honderd door elkaar wriemelende boten die liggen te wachten voor de start, met een flinke dwarswind, ik had het al enkele keren gezien, boeiend, maar dat liet ik graag aan anderen over. Maar de dreiging zat erin. De eerste mogelijkheid werd afgeblazen door corona (pff..), de volgende werd gestuurd door de lichtste van de ploeg, en dit jaar zou een pupil met het ideale gewicht sturen, maar…, die kreeg een week voor de start corona. Dus kreeg ik de kans om een geheel nieuwe ervaring op te doen in het jaar dat ik tachtig ga worden…
Gelukkig was het weer dit jaar prima. Het schijnt ook wel eens ijswater te regenen met windkracht zes. Het gewriemel bij de start viel erg mee. Een gladde boot blijkt strijkend gewoon rechtdoor te gaan, in tegenstelling tot de kielboten van de instructie, die met een omklappende plank als roer niet meer te sturen zijn (het juk staat dan in het verlengde van de boot en is met geen geweld meer terug in positie te krijgen, lekker als je examen aan het doen bent!). En als de boot doet wat de bemanning wil, dan heb je geen problemen.
De eerste race is 2500 meter, gevolgd door een sprint van 250 meter. Wij worden enkele malen opgelopen, stuurlieden brullen om ruimte, terwijl de Amstel toch zo breed is… Op het breedste deel van de Amstel, de Omval, heeft de wind vrij spel, er zijn golven, de dames vermoeid en de drie slaat een snoek. De riem zit klem in de hoek onder de drukstang, en het duurt even voordat ie los komt. Het zij aan zij formeren van tweetallen voor de tweede race, een sprint over 250 meter, gaat niet helemaal volgens het boekje omdat de startlijn temidden van de vele banieren niet duidelijk is en het kruit te vroeg verschoten wordt. De dames zijn niet helemaal tevreden over hun techniek, en ook niet over de gevaren tijd, maar toch wel tevreden over de race.
Zondagmiddag is de derde wedstrijd (de veteranen varen drie races, junioren en senioren vier), 5000 meter, met een startvolgorde die tegengesteld is aan de tijden van de vorige dag op de 2500 m. Dus de langzaamste start eerst. Dat heeft als resultaat dat het hele veld in elkaar schuift en als een blok op de finish afstuift. Maar net daarvoor ligt de Berlagebrug, met vier bruggaten waarvan het tweede het meest populair is omdat dat het meest in de rechte lijn ligt. Ik heb daar een paar keer staan kijken. Drie of vier jaar geleden keer knalde een acht met de riemen tegen de pijler; de boegroeier kon naar de EHBO. Verleden jaar voer een acht over een vier, net na de brugdoorgang. Gisteren had ik voor de zekerheid voor gat 3 gekozen. Vandaag wilde ik ook 2.
Het tempo zit er beter in dan gisteren. Wij worden wel nog enkele keren gepasseerd, maar met nog ongeveer 100 meter te gaan lijken wij vrij baan te hebben tot bruggat 2. Toch duikt er enkele tientalen meters voor de brug nog een om ruimte schreeuwende boot aan rechts op, en die zet door. Dat kan niet denk ik, we kunnen niet meer wijken, en naast elkaar onder de rug door kan zeker niet. Dus: houden! De bakboordriemen raken de muur, aan stuurboord kletteren de riemen tegen elkaar, en dan wringt de oploper zich erlangs. Wij pakken weer op, maar voordat er weer snelheid is komt de volgende boot als een blind paard aanstormen, terwijl we nog steeds onder de brug zitten. Het lost zich op zonder schade, wij finishen en zijn er allemaal van overtuigd dat wij in ons recht stonden. Een opgelopen boot dient vrij baan te maken voor een oploper, maar die op zijn beurt mag de opgelopen boot niet in gevaar brengen of het roeien verhinderen.
Strikt volgens het reglement hadden wij onze koers moeten wijzigen; een merkwaardige regel (moet je eens tegen Hamilton en Verstappen zeggen dat zij opzij moeten gaan als de ander er aan komt!). Maar vanaf waar moet deze regel aangehouden worden. Puntje kontje voor een bocht is duidelijk (althans, ook hier de vraag, waar begint de bocht?), maar voor een brug?
Ik heb achteraf het gebeuren nog gemeld aan de wedstrijdcommissie. Misschien worden we alsnog gediskwalificeerd. Dan is er geen enkele vrouwenvier van Rijnland geklasseerd. Nu moest er één zich terugtrekken door corona, en één werd gediskwalificeerd omdat ze tijdens terugroeien in de wedstrijdbaan een aanvaring veroorzaakte met een finishende ploeg.
Guus van de Beek
deel dit bericht
Inloggen om een reactie te plaatsen.
Recreatiegebied Vlietland
Oostvlietweg 63
2266 GN LEIDSCHENDAM
071-5610314
NL07 INGB 0000 7056 66
siraterceS.[antispam].@rvrijnland.nl
Meld je hier aan voor de tweewekelijkse nieuwsbrief. Afmelden kan via de link in de nieuwsbrief.
Boujou Nix
20 mrt 2022 12:01
Leuk stukje Guus. Een hele ervaring zo vanaf het water. Zo zie je maar dat roeien ècht niet saai is.
Evelien Korving
15 mrt 2022 23:46
Mooi verhaal Guus! Maar toch even een rectificatie; Er is GEEN sprake geweest van een aanvaring, maar wel van hinderen en het veroorzaken van een niet wenselijke situatie, lees gevaarlijk. Evelien