ROEIVERENIGING RIJNLAND
Afgelopen zondag 14 april 2019 heb ik voor het eerst deelgenomen aan een wedstrijd in de skiff. Wat was het heerlijk om mee te doen! Dikke kans dat ik laatste zou worden, want zo gaat dat met je eerste race, zeker als je mederacers voornamelijk skiffeuses van Rijnland zijn, die stuk voor stuk beter roeien, en ter verontschuldiging, ook al wat langer de tijd hebben gehad om zich deze technisch lastige sport eigen te maken. Mijn doel was dan ook: ervaring opdoen en geen grote brokken maken.
Afgezien van een paar weken afroeien in mijn studententijd ben ik in september 2016 op Rijnland voor het eerst in een roeiboot gestapt tijdens een introductiecursus onder leiding van twee studenten van Njord. Vervolgens ben ik onder de bezielende leiding gekomen van Andra Dudley voor stuurvaardigheid en van Hans Kerkers, de coach die een onwaarschijnlijk groot aantal Rijnlanders de kunst en het plezier van het roeien bij weet te brengen. Andra stimuleerde mij om me ondertussen ook voor het skiffen op te geven en zo kwam ik aan mijn derde coach op Rijnland, Elsbeth Pluim die mij en mijn roeimaatje, Laura Lapère, in zeven maanden aan twee skiffdiploma’s wist te helpen. In mijn geval lag dat meer aan mijn inzet en doorzettingsvermogen dan aan mijn talent. Ik ben in die periode wel vijf keer omgeslagen: gezellig samen met anderen in een C2 en C3, en op m’n uppie op de Vliet, aan het vlot en op het meer. Mijn armen met de riemen erin gingen alle kanten op en het heeft even gekost om daar wat meer controle over te krijgen. Maar aangezien het bijna iedere training wel iets beter ging, of iets minder slecht, was er toch sprake van een steile leercurve. En het leuke van Rijnland is, dat als je hongerig bent om te leren, er altijd mensen zijn die het leuk vinden om je daarbij te helpen. Zo trof ik iets meer dan een jaar geleden Jan Cees Sabel aan het vlot. Ik was net naar Leidschendam geskifft en had op de terugweg bedacht dat ik ondanks mijn S2-diploma zonder begeleiding niet vooruitging. En toen ik aanlegde, stond Jan Cees daar en vroeg of ik nou wel een coach had. Ik keek hem schaapachtig aan, want kon me niet voorstellen dat er een aanbod schuilging in zijn vraag. Maar gelukkig zei Ilse Rem, die naast hem stond, tegen mij: ‘Nou Pien, dit is je kans!’
Alles heeft zijn prijs en de coaching van Jan Cees betekende de stilzwijgende afspraak dat ik wedstrijden zou gaan roeien in de skiff. Want een coach leidt zijn pupil immers niet voor niets op. Ondertussen had ik onder leiding van Hans Kerkers wel wedstrijden in de dubbelacht en de dubbelvier gevaren. Daarbij genoot ik van het groepsgevoel: de loyaliteit en saamhorigheid. Als ik dan de skiffs moederziel alleen in het water zag dobberen voor de start, dan leek me dat niet iets voor mij. Hoe vaker ik echter op Rijnland de skiff uit de stelling pakte, hoe groter de sociale druk werd om ook daarin aan wedstrijden mee te gaan doen. Zelf was ik me nog veel te bewust van mijn onbekwaamheid om dat een goed idee te vinden. Ik vond het ook wonderlijk dat dezelfde mensen die mij vertelden dat het jàren kost om behoorlijk te leren roeien, mij toch bij elke wedstrijd opnieuw vroegen waarom ik niet meedeed. ‘Je moet wedstrijdervaring opdoen’, was het parool.
Tegen de tijd dat ik dacht dat ik misschien inderdaad wel zo ver was om wedstrijdervaring op te doen in de skiff, was helaas het seizoen van de thuiswedstrijden met de kerstrace, de nieuwjaarswedstrijd en de Vliethead voorbij. Dus moest het een uitwedstrijd worden. En volgens Elze Moons, die zich recentelijk tot mijn grote vreugde ook om mijn skiffen is gaan bekommeren, was de AA-race in Alkmaar precies de ‘prut en flut’-race die voor een startende skiffeur als ik geschikt was. Ik schreef mij er net op het nippertje nog voor in.
Ik had een week om mij op de race voor te bereiden en die tijd had ik hard nodig. Vanaf het moment dat ik stond ingeschreven, begon ik aan een nog ernstiger vorm van blikvernauwing te lijden dan normaal al het geval is. Ik lag zelfs ’s nachts nog te roeien in mijn hoofd: een inpik bij iedere uitademing. En als mijn man me over de onderhandelingen in het kabinet vertelde, dan merkte ik tot mijn eigen schaamte dat het landsbelang mij nietig voorkwam in vergelijking met de relevantie van wat Ad Dubbeldam de trap- en hangcoördinatie noemt.
Op donderdag, drie dagen voor de race, kreeg ik van Barend een wondermiddel om mijn skiff mee schoon te maken. De gele kalkaanslag verdween ermee als sneeuw voor de zon. Vervolgens kon ik de hagelwitte skiff in de was zetten en voelde het bootje zo zacht en glad als de huid van mijn jongste dochter. Al zou het in seconden weinig uitmaken, het ging er om de eer van Rijnland hoog te houden en niet in een vieze, vergeelde boot aan de start te verschijnen.
Twee dagen van te voren, op vrijdag, begon ik te ontspannen: ik had die week geoefend op ruw water, het lukte beter om aan mijn sturende arm te hangen, ik had het raceparcours op Google Maps bekeken, ik had de stuurinstructies zorgvuldig gelezen en mijn bootje zag er mooi uit. Ik was er klaar voor en ik had er zin in. Zaterdag, de dag voor de race, vroeg iedereen op Rijnland of ik zenuwachtig was, maar dat was ik dus niet meer. Ik kreeg van Bauke Smit een matje om de voor vrouwenvormen te grote gaten van mijn bankje te bedekken en dat voelde als de gift van een talisman.
En toen was het zondag. Ik verscheen warempel uitgeslapen en ontspannen aan de start. Er stond een stevige koude poolwind, maar de lucht was blauw en de zon was warm. Ik genoot tijdens het oproeien van het Hollandse landschap. Ik keek daarbij goed om me heen om de omgeving in me op te nemen waarlangs ik straks terug zou racen. Het enige vervelende onderdeel vond ik de veertig minuten koud en eenzaam dobberen voor de start. Maar toen het eerste nummer was gestart, ging het snel. Voordat ik het wist, was ik als op-een-na-laatste aan de beurt. Ik kwam goed weg. Het volledig oprijden, waar ik tijdens de training zo vaak toe moet worden aangezet, ging nu vanzelf. Ik ging die gratis centimeters toch zeker niet laten liggen? Ik begon de race dus met lef, maar ik kwam vrijwel meteen ten val. Want ik maakte de fout te denken dat ik me alleen op mijn haal hoefde te concentreren, aangezien zowel Elze als manlief vanaf de wal mijn koers in de gaten hielden. Zij konden echter niet goed zien hoe dicht ik bij de tegenoverliggende wal was. Daar kwam nog bij dat de wind mij van hen afdreef naar de overkant. Dus tegen de tijd dat zij stuurboord sterk begonnen te roepen, was het al te laat. Zonder dat ik het in de gaten had, was ik de kant zo dicht genaderd dat ik tussen twee aangemeerde schepen terechtkwam. Een hartgrondige vloek spuwde uit mij op als lava uit een vulkaan. Ik realiseerde me dat de race voor mij gelopen was. Uiteindelijk wist ik me uit de beknelde plek te manoeuvreren en ben ik toen maar met elan aan mijn eigen verliezersronde begonnen. Willeke van der Weide, die als laatste was gestart en de race op haar naam zou schrijven, had mij inmiddels ingehaald. Het was een luxe om het hele water voor mijzelf te hebben zonder oplopers en tegenliggers. Het was heerlijk om te racen. Het was een eer dat Elze voor mij aan de wal fietste en naast haar fietste mijn trouwe stuurman, steun en toeverlaat. Ik vloog op een voor mij duizelingwekkend tempo van 28 halen per minuut over het water. Ik bereikte de finish zonder problemen. Ik had er zo nog twee races achteraan kunnen roeien; mijn techniek faciliteert nu eenmaal nog niet de inzet van mijn volle kracht en conditie. Het was jammer dat ik een onbedoelde tweede start in het traject had opgenomen, maar het bleef een topervaring. De belangrijkste les die ik zondag heb geleerd is: vaar je eigen koers.
Coaches, ploeggenoten en andere Rijnlanders, dank voor alles dat ik van jullie heb geleerd de afgelopen tweeënhalf jaar! Dank vooral aan jou, Jan Cees, voor wat je me tot nu toe in de skiff hebt bijgebracht en dank aan jou, Elze voor je support vanaf de wal. En alvast dank voor alles dat ik nog van jullie ga leren! Op naar de volgende race!
Pien van der Hoeven
deel dit bericht
Inloggen om een reactie te plaatsen.
Recreatiegebied Vlietland
Oostvlietweg 63
2266 GN LEIDSCHENDAM
071-5610314
NL07 INGB 0000 7056 66
siraterceS.[antispam].@rvrijnland.nl
Meld je hier aan voor de tweewekelijkse nieuwsbrief. Afmelden kan via de link in de nieuwsbrief.