Geplaatst op 17-11-2025
- Categorie: Verslag
- Auteur: Joost Paijmans
Kijk aan, welk verhaal zou er achter zo´n kop verborgen liggen? Dat valt uit te leggen. In de Jaarclub “Boule Noir” van destijds nog het Leidsch Studenten Corps uit 1966 zat een groot aantal roeiers. Na hun actieve roei-carrière als student besloten ze om voorafgaande aan de jaarlijkse dies-viering weer met elkaar in een acht het water op te gaan. Ondanks dat er veel roeiers waren die aan deze ´outing´ deelnamen hadden ze geen stuurman en daarom werd ik 25 jaar geleden gevraagd de stuurtouwen ter hand te nemen. Dat ging jaren goed en ze genoten met volle teugen. Maar ook daar gingen de jaren tellen, maar de moraal bleef ongebroken. Met name degenen die nog actief roeiden zorgden voor het enthousiasme en vulden de boot. Maar door overlijden en krakkemikkigheid vielen er desondanks lege plaatsen. Deze werden eerst door de stuurman, die dan ook mee roeide, en met een stuurtje van Njord opgevuld. Maar het was te voorspellen. Er waren nog meer gaten die gevuld moesten worden en de mannen lieten hun principes los en jaargenoot Bert Schotanus roeide mee en jongerejaars Adriaan en later ook een vrouw, Carien met name. De rijen waren gesloten en ze genoten ieder jaar weer met volle teugen. Dat de mannen doordouwers zijn bleek wel uit de bijeenkomst van zaterdag 15 november j.l. Er waren, bij afwezigheid van onze Menno, nog maar drie roeiers uit het oorspronkelijke bestand, maar die zouden en moesten uit. Punt en nog een keer uit.
Bij Rijnland is een groot aantal mannen die de roeisport machtig zijn, maar het aantal oud-leden van Njord kent zijn grenzen. Niet getreurd en zo kon het gebeuren dat de roemruchte ´Boule Noir-acht´ uit 1966 van wal stak met een vrouw op boeg, Carien, Gert van Uitert (oud-Proteus-Eretes) op twee, Bert Schotanus, Njord lid uit 1966, maar niet in de club Boule Noir, op drie, Ton Bos (oud Asopos en als je dat 20 jaar geleden had voorgesteld was je van het terrein af geschopt, maar Ton had wel een aantal jaren bij Njord gecoacht) op vier. Dan de drie Boule Noir-leden en tenslotte de jongerejaars van Njord, Cees in ´t Veld op slag. Over de stuurman hebben we het al gehad. Tijdens het tochtje van Njord naar Rijnland op en neer, wat best goed liep (alhoewel het volgende te vullen gat zich al aankondigde), kwamen we Ad Dubbeldam nog tegen. Hij lette niet op, anders was hij van verbazing van zijn fiets gevallen bij het aanschouwen van die ploeg.
Terug roeiend naar Njord hoorde je ze zeggen: Dat doen we volgend jaar weer! We zullen zien.
Joost Paijmans
