Zoals de hele vereniging inmiddels wel weet ben ik een Oud-Njord lid. En Njord heeft recent haar 150^e verjaardag gevierd, wat aanleiding was om zich in slecht zichtbare lustrumkleding te steken en ook de bladen leken meer op die van onze vrienden van Asopos-De Vliet dan op het traditionele wit/lichtblauw. Maar er was meer. Zo vroeg de Lustrumboekcommissie aan het 100^e bestuur van 1973 – 1974, waar Peter van Gessel, Elisabeth Tellegen en ondergetekende deel van uitmaakten, of zij konden bijdragen aan het Lustrumboek. Nou en of, en in afzienbare tijd lagen er ettelijke stukken tekst en albums met duizenden foto’s op het bureau van die commissie.

Inmiddels hadden die (volkomen terecht) bedacht dat die verhalen zich niet zo leenden voor het boek dat zij voor ogen hadden. We werden dus bedankt. Maar wat te doen met die verhalen en foto’s? Ik bedacht me dat het aardig zou zijn om een fotoboek te maken van het beschikbare materiaal en dat aan het bestuur etc. aan te bieden. Het plan werd uitgevoerd hetgeen resulteerde in een boek met honderden foto’s, verhalen en verklarende teksten. Toen we hoorden dat H.K.H. Prinses Beatrix naar Njord zou komen om een boot te dopen, vroeg ik of ik of het bestuur het fotoboek aan haar mocht aanbieden. Per slot van rekening figureerde H.K.H. op de voorkant en haar zus H.K.H. Prinses Margriet komt ook prominent in het boek voor omdat zij tijdens de lustrumwedstrijden in 1974 in Alphen aan den Rijn ook een boot mocht dopen.

Helaas, het protocol stond het niet toe en de prinses neemt tijdens dergelijke gebeurtenissen geen cadeautjes in ontvangst, maar ik werd wel uitgenodigd als één van de twee oud-leden om met de prinses te spreken. Waarover spreek je dan? Het protocol grijpt ook hier in. Het is niet ‘bon ton’ te delen wat je met leden van het Koninklijk Huis bespreekt. Wat nu?

“Wat nu”, Zei Pichegru (wie dat ook moge zijn), maar we zouden het met de prinses bijvoorbeeld over de Veiligheidscommissie gehad kunnen hebben. De veiligheid van eens haar burgers gaat haar nog steeds aan het hart en dit is een ideale gelegenheid, nu we jullie aandacht hebben, te delen, wat in de Veiligheidscommissie die op 19 juni j.l. vergaderde besproken werd. Ga je in je bootje er op uit, ongestuurd of met een stuurman, let dan op de volgende vijf belangrijkste punten:

1. Stuurboord houden, dan valt jou bij een aanvaring nauwelijks een verwijt te maken;
2. Ken de verkeerslichten bij de 'Knip-brug' (één oranje licht, de brug blijft gesloten, maar er kan altijd een boot van de andere kant komen. Dat is toegestaan. Bij twee gele lichten is het éénrichtingsverkeer en zijn er (als regel) geen tegenliggers. Is het gele licht uit dan komt er een groot schip aan. Wegwezen is dan de boodschap.
3. Goed uitkijken: vóór, achter, links, recht, boven (bruggen) en onder (drijvende obstakels);
4. Vrachtverkeer (je ziet die zwarte gevaarten niet zo goed en de stuurman op zo’n schip heeft een ‘dode hoek’ en daarbij snijden zij bochten af) en
5. Open varen (dat betekent zien, en gezien worden en natuurlijk fel-gele kleding).

Joost Paijmans