Toen in 2015 het archief van de vereniging op orde was, leek het Elly Tolman een goed idee om deze schat aan informatie te gebruiken. Zij is begonnen met het beschrijven van de namen van de boten, de dopers en de achtergrond van de naam. Het is een heel verhaal geworden dat in april 2020 als PDF document onder de naam "Van Ade tot Zanzibar" is gepubliceerd op de website (bij Materieel). In oktober 2024 heeft Bernard Wortelboer een groot deel van de informatie omgezet naar webpagina's (per jaar). Heb je eventuele aanvullingen of correcties, stuur deze dan naar Elly Tolman.

---

Roeivereniging Rijnland werd opgericht op 3 juli 1965. Er was nog geen gebouw en er waren nog geen boten. De leden vonden onderdak bij LR&ZV Die Leythe en mochten in de boten van deze vereniging roeien. Maar al een jaar later in juni 1966 werd de eerste paal geslagen en in januari 1967 was de vereniging in het bezit van twee overnaadse skiffs, één single wherry, één dubbel wherry en twee tubwherry’s. Uiteraard werden deze boten feestelijk gedoopt en kregen ze een mooie naam.

Van 2011 tot 2015 heb ik samen met Jan van Blankenstein het archief van de vereniging op orde gebracht. Het leek mij leuk om deze schat aan informatie te gebruiken om de betekenis te achterhalen van de namen van de boten die de Roeivereniging Rijnland gedurende haar bestaan heeft gebruikt.
Tot medio 2020 heeft de vereniging honderdachtennegentig boten aangeschaft, overgenomen of gekregen. De eersten kwamen in januari 1967 in de vaart en de laatste drie waarvan de naam is beschreven in januari 2020. Van die 198 boten zijn er nu 96 in de vaart. De namen van de door leden aangeschafte privéskiffs zijn niet beschreven.

Al vanaf het begin werd een zekere systematiek voor de naamgeving gebruikt. Skiffs werden genoemd naar bekende roeiers als Tom Neumeijer en Jan Wienesse. En veel skiffs kregen ook de naam van een water in de buurt van Vliet tot Herensingel, van Does tot ’t Joppe. Ook de C1-boten kregen de naam van een water zoals de Rotte en de Meije. Voor de naamgeving van wherry’s ontstond al snel de traditie een naam te kiezen van een molen in de omgeving zoals de Salamander of De Hoop doet Leven.
Achten werden genoemd naar drie hoogheemraadschappen in Zuid-Holland: Rijnland, Delfland en Schieland. Deze traditie was zo sterk dat we nu al in onze derde Rijnlandacht varen. Maar omdat achten ook wel regelmatig met een flinke bijdrage van een ploeg werden aangeschaft, verschenen er ook namen als Lapland en Pinewood.
Gladde vieren en tweeën en ook de C2-boten en een paar C4-en zijn genoemd naar een (voormalig) kasteel, buitenplaats of boerderij of ook wel naar een wijk in Voorschoten. Namen als Duivenvoorde of Ter Wadding zijn meerdere malen gebruikt. C2-en zijn de laatste jaren ook wel genoemd naar wateren in of in de buurt van Leiden. De naamgeving van C4- en is weinig consistent. De namen verwijzen naar een voormalige buitenplaats, een dorp of een streek of ze kregen een alleen voor Rijnlandroeiers te begrijpen naam als Verse Eieren. En dan de C3-en. Na Het Haagsche Schouw leek met Drievliet en Oostvliet een lijn ingezet om de naam op vliet te laten eindigen. Maar de laatste C3 werd Cronesteyn genoemd. Tot 1994 had de vereniging ook jeugdboten in gebruik. Deze werden vooral naar vissen en ander zeedieren genoemd.
De namen van onze boten laten de verbondenheid zien onze vereniging met de geschiedenis van onze omgeving en met ons mooie roeiwater.