Vergeten?   
 
 

Roeivereniging Rijnland

 

 
 

ROEIVERENIGING
RIJNLAND

 
 
 
 
 
 

2022


Skiff

De Hans van Willigenburg
De Hans van Willigenburg werd gedoopt door de naamgever. Erelid Hans van Willigenburg vertelde dat hij wel bij de helft van de Nederlandse verenigingen heeft geroeid. Met de ontwikkeling van het roeimateriaal heeft hij in die lange tijd veel ervaring opgedaan. Deze ervaring zet hij volop in voor de vloot van Rijnland. In zijn speech zegt Hans dat Rijnland kan trots zijn op een volle loods met uitstekend materiaal. Maar zonder gepassioneerde leden, die samen met Barend de bootsman het materiaal koesteren en onderhouden, vaart geen vereniging wel. Hans is de redacteur van het Rijnlandboek, een onmisbaar naslagwerk voor alle leden.

De Kolibrie
De Kolibrie werd gedoopt door Caré Groenendijk, jeugdcoach, en twee jeugdleden, Sergio Bonillo en Nanouk Geneste. Onder de jeugd was een enquête gehouden voor de naam. Uit talloze inzendingen was de naam van een in beide Amerika’s veel voorkomend vogeltje boven komen drijven. Dit diertje houdt bij het vliegen een razendsnel tempo (15 – 80 slagen per seconde) aan en kan zelfs achteruitvliegen. Van de kolibrie is bekend dat het diertje grote afstanden kan afleggen.

De Groote Sloot
De Groote Sloot werd gedoopt door Arthur Overlack. De naam verwijst naar de verbinding tussen de Leede en de Zijl, de Groote Sloot. Dit water ligt tussen recreatiegebied Koudenhoorn en de Broek en Simontjes polder. Deze polder is gevormd uit een samenvoeging van de in 1625 gestichte Broekpolder en de al vóór 1625 bestaande Simontjespolder. De polder werd bemalen door een wipmolen. In 1840 werd de molen vervangen door een achtkante houten schepradmolen op een stenen fundament. Er werd een tocht gegraven om het water naar de nieuwe molen toe te kunnen leiden, de Groote Sloot. Bij de storm van 12/13 november 1972 sloeg de molen op hol, werd met grote moeite tot stilstand gebracht, maar brandde in de nacht daarop alsnog af, als gevolg van heetgelopen lagers en vang. De molen werd  herbouwd. Het huidige achtkant is afkomstig uit de Waarderpolder bij Haarlem. De gemeente Haarlem stelde het achtkant kosteloos beschikbaar. Het werd in zijn geheel, mét rietbedekking, per schuit naar Warmond vervoerd en bleek goed op de gemetselde onderbouw van de Broekdijk te passen. Van de oorspronkelijke polder Broek en Simontjes (destijds ca. 255 ha.) is vanaf ca.1970 door ontpoldering als  gevolg van de Merenwijk, de noordelijkste stadswijk van Leiden, niet veel  overgebleven.

De Korte Vliet
De Korte Vliet werd gedoopt door Edmée Meima. Oorspronkelijk was de Korte Vliet een watergang tussen Leiden en Voorschoten. In 1960 werd de Korte Vliet vergraven tot het Korte Vlietkanaal zodat het scheepvaartverkeer niet meer door Leiden hoefde te varen. Achter de huizen aan de Voorschotense Leidscheweg is nog een restant van de oude loop van de watergang aanwezig. De Korte Vliet is bekend roeiwater voor trainingen, tochten naar Leiden of Katwijk. De laatste kilometers van de Rijnlandmarathon en de Korte Vlietwedstrijden worden op dit water geroeid.

Tweeën en vieren

De Backershagen
De Backershagen (2x) werd gedoopt door Eugenie van Miltenburg. De buitenplaatsen Backershagen, De Paauw en Groot Haasbroek waren net als De Horsten onderdeel van een groot landgoed van prins Frederik. In 1681 kocht Joan van Wassenaer uit Amsterdam uit een failliete boedel 17 hectare grond in Wassenaar met een woning, een schuur, een boomgaard en een hooiberg. In 1723 erfde Maria Clara van der Hagen, samen met haar broer en zuster, het landgoed van haar grootmoeder. Maria Clara trouwde in 1723 met Cornelis Backer. Rond 1726 kocht Backer de andere eigenaren uit en hij maakte plannen om naast de hoeve een herenhuis te bouwen. In 1731 was dit huis klaar en werd het tezamen met de bijgebouwen omringd door een gracht. Het huis kreeg de naam Backershagen. In 1837 werd Backershagen verkocht aan Jan de la Bassecour Caan en zijn echtgenote Maria Charlotte Jacoba van der Heim. In deze periode kocht Prins Frederik het aangrenzende landgoed de Paauw waar hij ging wonen. Na het overlijden van Caan werd Backershagen aan Prins Frederik verkocht. Om van Backershagen en De Paauw een geheel te maken werd de sloot die beide landgoederen scheidde, grotendeels gedempt. In 1877 werd de boerderij op Backershagen afgebroken en het huis verkleind. Na het overlijden van Prins Frederik kreeg zijn jongste dochter Prinses Marie het landgoed. Zij verkocht Groot-Haesebroek, Raaphorst, Ter Horst en Eikenhorst. Backershagen en De Paauw bleven over en werden pas na haar dood verkocht. Backershagen stond jarenlang leeg en werd opgesplitst in drie landgoederen: Backershagen, Wiltzanck en de Hartenkamp. Backershagen behield het huis, de dienstwoning, de schelpengrot en 24 hectare grond. In 1935 werd het huis gemoderniseerd, maar op 21 januari 1974 werd het door brand verwoest. In 1985 werd het huis afgebroken en in oude stijl opgebouwd, het was in 1987 klaar. Aan beide zijden van het voorplein werden appartementen gebouwd.

De Vrije Blick
De Vrije Blick (4x+) werd gedoopt door Michiel Pluim. Rond 1917 bouwde architect Wim A. Lensvelt (1887-1963) in opdracht van de familie Wilton de buitenplaats De Vrije Blick in de zogenaamde Engelse landhuisstijl. Lensvelt ontwierp samen met tuinarchitect Hendrik Copijn (1842-1923) de tuin van De Vrije Blick. Deze is aangelegd in de nieuwe geometrische stijl. Er zijn een verdiept liggende waterpartij, waterput, terrassen, een tuinkoepel en een pergola. Veel tuinonderdelen bestaan uit metselwerk. De terrassen volgen tot op zekere hoogte de lijnen van de gevels. Een verhoogd terras aan de achtergevel maakt de naam van deze buitenplaats waar. De eerdergenoemde tuinkoepel bestaat uit een rond basement waarop zes zuiltjes het smeedijzeren koepeldak dragen. In 1921 verwierf deze architect landelijke waardering voor zijn gebalanceerde verbouwing en uitbreiding van de Leidse Lakenhal. In het huis is nu een ambassade gevestigd. 

C-boten

De Te Werve
De Te Werve (C2x+) werd gedoopt door Evert Gianotten. De geschiedenis van huis Te Werve gaat terug tot ca. 1280. Floris van de Werve was de eerste bewoner. In 1448 kocht Jan Ruygrok, thesaurier van Jacoba van Beieren het huis dat in vervallen staat verkeerde. Hij bouwde de donjon om van verdedigingswerk tot woonkasteel, breidde de grond uit tot 160 morgen en noemde zich Jan Ruygrock van der Werve. In het midden van het park staat een duiventoren die dateert uit de 15e eeuw. In 1590 is hij verbouwd in Renaissancestijl. Het recht om duiven te houden was in die tijd  voorbehouden aan de adel en de geestelijkheid. De duiventoren en enkele stukken van de muren zijn de enige elementen die nog uit de middeleeuwen dateren. In de 17e en 18e eeuw diende huis Te Werve als toevluchtsoord voor katholieken, omdat het hun in die tijd verboden was hun geloof in het openbaar te belijden. In 1771 werd huis Te Werve bewoond door Jacob Hendrik Baron van Wassenaer van Alkemade. In de 18e eeuw raakte het in verval en werden er delen afgebroken en werd er een gedeelte van de gracht gedempt. In 1824 werd het huis door jonkheer Gevers, heer van Kethel en Spaland, omgebouwd tot herenhuis. In 1891 werd het huis door zijn familie geveild. Abel Labouchere, directeur van "De Porceleyne Fles” in Delft, heeft het huis en een groot deel van het park toen gekocht en voorkwam zo dat het werd gesloopt. Hij was de laatste particuliere bewoner. Te Werve werd in 1922 verkocht aan de Bataafse Petroleum Maatschappij (later Shell), die het park omvormde tot een sportpark voor zijn personeel. In december 1922 werd de 'Vereeniging Clubhuis Te Werve' opgericht en begin 1923 werd een start gemaakt met de inrichting van het landgoed voor de beoefening van voetbal, tennis, zwemmen, roeien en atletiek. Vooral in de jaren tot de Tweede Wereldoorlog is er veel gesport. Na de oorlog ontstond er een opleving in de wedstrijdactiviteiten op de sintelbaan, totdat deze voor nationale wedstrijden werd afgekeurd. In de jaren negentig werd besloten om het landgoed met de terreinen van de veldsporten een andere bestemming te geven. Het landgoed werd verhuurd aan Event Company en het landschapsbeheer werd uitgevoerd door de stichting Het Zuid-Hollands Landschap.

 

 
 

Heb je gevonden wat je zocht?
                 

 
rvr-logo-geel-500

Contact

Recreatiegebied Vlietland
Oostvlietweg 63
2266 GN  LEIDSCHENDAM
 071-5610314
 NL07 INGB 0000 7056 66
 siraterceS.[antispam].@rvrijnland.nl

 
 
 
 

Laatst bijgewerkt op 4 december 2025

 

Contact

Recreatiegebied Vlietland
Oostvlietweg 63
2266 GN  LEIDSCHENDAM
 071-5610314
 NL07 INGB 0000 7056 66
 siraterceS.[antispam].@rvrijnland.nl